Touch me, touch Me Please 2019


WARP K1 Contemporary Art Platform Sint Niklaas

K1 Karolien Soete – Crumpling memories In de vitrine K1 bij WARP zie je deze maand een gekreukeld zeildoek liggen. Door de vele plooien is het moeilijk om je de hele schildering op het doek te kunnen voorstellen. Een oog staart je aan vanuit zijn veilige schuilplaats. Een haas – een schuchter en honkvast dier – blijkt tussen de vouwen verstopt te zitten.


De plooien en deuken ontstaan tijdens een lang proces dat voor Karolien Soete erg belangrijk is en uitgebreid wordt gedocumenteerd met foto’s en video’s. Karolien voert in deze fase bijna rituele repetitieve handelingen uit met het doek. Ze kruipt in het doek als was het een tweede huid, ze omarmt het liefdevol op haar schoot of masseert het tussen haar handen.


Voor deze bewegingen, maar ook voor de nood om weg te kruipen onder een deken, bestaat er een mooie term: thigmofilie. Bioloog en schrijver Midas Dekkers omschrijft het uitgebreid in zijn boek ‘De Thigmofiel’ (2015) als “het verlangen naar geborgenheid door aangeraakt te worden”. Dat aanraken kan niet altijd van huid tot huid zoals we zouden willen. Daarom gaan zowel mensen als dieren op zoek naar surrogaten. Een konijn kruipt in een klein hol onder de grond, poezen murwen zich in kleine schoendozen, duizenden insecten zoeken kieren en spleten op en de mens koestert zich in bed of in een zetel met een dekentje, langs alle kanten ‘aangeraakt’. Bovendien is een thigmofiel eerder schuw en houdt het niet van een veelheid van soortgenoten om zich heen. Enkel aanrakingen van zeer nabije geliefden of veilige cocons zijn gewenst.


Door het werk te documenteren tijdens het ontstaansproces, roept het associaties op met performancekunst, hoewel er (voor dit werk althans) geen toeschouwers live aanwezig waren. Bij de rituele bewegingen in het creatieproces is de geest van de sjamanistische kunstenaar Joseph Beuys uit de jaren 1960 nooit ver weg. Zelfs vormelijk lijkt een ineengedoken Karolien Soete onder het doek op Beuys die beschut door een vilten deken een relatie aangaat met een coyote (1974, New York). De haas op het doek doet ons automatisch ook denken aan de performance van Beuys waarin hij zijn schilderijen uitlegt aan een dode haas, die hij als een baby in zijn armen houdt (1965, Dusseldorf). Volgens Beuys is de dode haas als enige in staat om de betekenis van zijn schilderijen te ‘voelen’.


Meer nog dan referenties aan Beuys, doet het werk van Karolien Soete denken aan de filosofie en ‘voorstellen’ van de Braziliaanse kunstenares Lygia Clark (1920-1988). Het eindresultaat is slechts bijkomstig en de kunstenaar is vooral mediator. Het kunstwerk zelf bestaat uit de handelingen en ervaringen die de deelnemers (ipv toeschouwers) hebben op het moment dat zij met het werk worden geconfronteerd. In het geval van Karolien stelde ze het doek dat in de vitrine te zien is, eerder tentoon in het Guislainmuseum in Gent. Bezoekers werden uitgenodigd het aan te raken. Soms vond ze het doek mooi opgevouwen terug, soms verfrommeld in een hoekje, andere keren lag of hing het volledig open. Deze ervaringen, voor elke toeschouwer anders en dus telkens uniek, zijn tevens gebruikssporen die de vorm van het doek mee bepalen.


Nog intiemer en intensiever is het contact met bezoekers bij haar werk ‘Touch me please’. Je kan je handen reinigen met haar zeephandjes: zachte strelen of stevige handdrukken zorgen voor jouw propere handen. Karolien ontwierp de mal vanuit haar eigen handen. Het kunstwerk is in deze gedoemd tot vergankelijkheid. Hoe meer je je handen wast, hoe minder er van het zeepje rest.


Net als haar doeken ‘Crumpling memories’ (de titel verwijst overigens naar de herinnering aan haar moeder die op haar sterfbed de hele tijd kreukels maakte in haar deken) kunnen we in haar zeephandjes een pleidooi lezen voor meer zachtheid tussen en tegenover elkaar. Gewenste aanrakingen werken haast therapeutisch, denk aan de vele onderzoeken rond huidhonger bij baby’s en jonge kinderen die de afgelopen jaren zijn verschenen. Een gevoel van veiligheid, onder een deken of hand in hand met een medemens, doet ons veel beter voelen dan een ijzeren harnas, koele bewakingscamera’s of stalen hekkens. Het is juist die geborgenheid die het (samen)leven draaglijk maakt.


Kunstenplatform WARP, Laureline Soubry, mei 2019

Evolution of the use of the soapsculpture May - Aug WARP

Endresult

BUDA vzw - Kortrijk

Evolution of the use of the soapsculpture July - ... 

Kunstenfestival Watou  July - Aug 2019

Exhibit soapsculptures

Karolien Soete  studeerde vrije grafiek aan Sint-Lucas in Gent, waar ze tot op heden nog steeds woont.

Ze belandde ooit in Las Vegas en New York, waar ze zich in filmtechnieken inwerkte.

Haar film Prolegomena werd gebruikt als decor voor een dansvoorstelling in New York en is nadien internationaal vertoond.

Andere van haar films werden gescreend in steden als Sofia, Berlijn, Buenos Aires en New Mexico.


Naast stopmotion-film, hanteert Soete uiteenlopende soorten materialen in haar kunstenaarspraktijk, zoals olieverf, Chinese inkt, graffiti, plexiglas, zeep… Ze exposeerde voor de Canvascollectie in Bozar.


Soete noemt zichzelf een kluizenaar, omdat ze in haar eigen wereld leeft en niet binnen de lijntjes wil kleuren. Bovendien koestert ze een soort fascinatie voor mensen in de marginaliteit, wat zich uit in haar zogenaamd sociaal bewogen artistieke œuvre.

Interactie met haar omgeving is ontzettend belangrijk: zo intergreert ze in haar video’s vaak gesprekken met buurtbewoners, en stelde ze in het Museum Dr. Guislain een werk op in het tuinhuisje. Bezoekers en patiënten liepen er binnen en konden eender wat met het doek doen.

De ene dag lag het netjes opgevouwen, de andere dag was het opgehangen aan een balk zodat iedereen het kon zien.


Soete beschouwt deze vorm van actie en reactie als haar manier van bijdragen aan de maatschappij. In 2018 nodigde de kunstenares onder de titel Touch me please vier mensen uit om haar handsculpturen, gemaakt uit zeep, actief als handzeep te gebruiken in hun dagelijkse leven. Het project was een onderzoek naar interactiepatronen en de effecten hiervan op de mensen. Centraal staat hier de betekenis van bewustwording, maar ook van vergankelijkheid en de rol die kunstobjecten in een actieve ervaringscontext kunnen vervullen.


Voor Kunstenfestival Watou maakte ze een reeks van vier nieuwe handen. Hier is de interactie niet fysiek, omdat de objecten niet worden aangeraakt of gebruikt door de toeschouwer, ze is eerder indirect en visueel. De aandacht ligt op het proces van achteruitgang en aftakeling: naarmate het festival vordert, zullen de handen zichtbaar veranderen, voornamelijk dankzij de temperatuur en de vochtigheid van de ruimte. Op die manier zal het werk er ook geen twee keer hetzelfde uitzien. Ten slotte wil Soete ons met het werk doen stilstaan bij wat handen kunnen vertellen over de personen bij wie ze horen. Ze zijn een indicatie voor onze leeftijd, het soort werk dat we doen, persoonlijke hygiëne en esthetische voorkeur. Handen liegen zelden.


Touch me please is een zachte uitnodiging tot reflectie over onze eigen vergankelijkheid en hoe mooi dit kan zijn. (gebaseerd op een tekst van


Daan Rau (OKV), Frederic De Meyer (The Art Couch), Koen J. Van Damme)

Soap sculpture, vintage Sunlight soap, lifesize

(work in progress)


Touch me, Touch Me please 2

20 soap sculptures are placed in various environments. I announce it as a co-creation art project and give people the choice between:

1) Keeping the work in an airtight box and in a safe place.

2) Place the work in a visible spot, in the living room or office, where it will react by environmental factors (humidity / drought)

3) Use as soap


It is possible to change their first decision during the weeks.

For example, a sculpture can first be used as soap and later exhibited in the house/space.

Every week a photo is taken of the state of the artwork.

The participants are aware of being the creator of the sculpture and are determining what the final product will be.

After three to four months I retrieve the works.


Then I ask why they have made a certain choice. What the effect, influence was for the person / household / environment / non-profit organization. Whether they can call themselves artist or co-creator and how the bond between them and the artwork has grown.

Everything is documented and can later be viewed as part of an exhibition.